Posts tonen met het label Langs die Tuinroete. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Langs die Tuinroete. Alle posts tonen

vrijdag 15 oktober 1993

Een huwelijksreis op de fiets



Een fietstrektocht door Zuid-Afrika moest er natuurlijk een keer van komen. In mijn studententijd was ik hier al geweest en verliefd geworden op dit land. Een andere liefde was het maken van fietstrektochten.
Dit samen met de liefde waar ik mee getrouwd ben kon dit maar tot één ding leiden: Een fietstrektocht door Zuid-Afrika als onderdeel van onze huwelijksreis.
Het eerste deel, vanaf Johannesburg hebben we met een huurwagen afgelegd zodat de hele tocht in zes weken zou passen. Na de Krugertuin met haar wilde dieren, de mistige heuvels van Natal, de seekoeie en krokodille in St. lucia, de hoogvlakte van Transkei zijn we in Port Elizabeth beland.
Vanaf Port Elizabeth zetten we onze tocht voort op de fiets om de Tuinroete tot Kaapstad te rijden.

Dat sommige fietstrektochten anders lopen dan gepland zullen we hier ook ervaren.

zaterdag 16 oktober 1993

Port Elizabeth



Port Elizabeth (the friendly city) is een leuke stad. Na de boulevard een paar keer gezien te hebben rijden we het kampeerterrein Happy Valley op. Het is een mooie plek met een 'kook-huis', dit is een ruimte waarin elektrische kookplaatjes zijn voor algemeen gebruik. We laten de tent droog waaien onder het toeziend oog van een Afrikaner. Het is een echte met korte broek en lange kniekousen, hij begint een heel verhaal in het Afrikaans wat best goed te volgen is en wij op ons beurt vertellen hem over onze fietsplannen. Hij is onder de indruk.
De volgende ochtend, na de boodschappen, bezoeken we het Addo Olifanten Park. Welke dieren zullen we daar nou eens kunnen zien? Bij het binnenrijden van het park staat een groot voorrangsbord waarvan we leren dat 'miskruier die voorrang geniet' en dat we beslist 'nie oor olifantmis moe ry nie'. We zien ook een paar volstruise, miskruiers, skilpadde en koedoes. De olifanten zijn imposant en erg dichtbij als ze voorlangs de auto de weg oversteken. Tussen de kudde loopt een olifantenjong dat volgens de beschrijving in onze folder een eenjarig olifantje is.
Het is vandaag een erg warme dag, 'gelukkig' waait het weer hard als we terug komen bij onze kampeerplek. We maken kennis met onze buren, een wat ouder (Engels) echtpaar dat tijdelijk in Happey Valley 'woont' totdat hun nieuwe huis is afgebouwd. Ze legden uit wat de mooiste route is naar Jeffreysbaai waar we de volgende dag naar toe willen fietsen. We moeten de Old Cape road nemen.
Op onze laatste dag in PE sleutel ik de fietsen in elkaar en pakt Annemiek de fietstassen in. Terwijl we dat doen komt één van de kinderen op het kampeerterrein aanzetten met een kameleon die meteen getest wordt op zijn kunnen. Het beestje lijkt alles best te vinden en imiteert zelfs het profiel van onze fietsbanden.
Als de fietsen klaar zijn, fietsen we nog een klein stukje. Als we even stoppen bij een stoplicht komt een jongen, die kranten staat te verkopen, even in Annemiek's remmen knijpen waarbij hij haar vriendelijk lachend aankijkt. Zijn gezicht zit onder de littekens, het lijken littekens van brandwonden. De jongen kijkt ons na als we verder fietsen.
‘s Avonds braaien we dat het een lieve lust is, we hebben nu een goede bodem voor de eerste fietsdag, morgen.

zondag 17 oktober 1993

Door de Van Stadenpas



's Ochtends gaan we op pad voor de eerste rit van onze tocht, ons Afrikaans avontuur tegemoet, waarbij we worden uitgezwaaid door onze kampeerburen. Het eerste stuk fietsen we over een vlakke weg langs de kust PE uit, een lange boulevard met afwisselend gras en duinen.
Buiten de bebouwde kom wordt de kust alleen maar mooier. We volgen een glooiende weg langs een rotskust waar de golven op uiteen spatten. Rondom groeien vetplanten, dik plat gras en groene struiken waarvan de meeste kleurige bloemen hebben.

Nadat we na het mooie dorpje Skoenmakerskop van de kust af draaien, slingert de weg omhoog. De wat grotere weg die we zien wil ik omzeilen en we steken door naar de volgende. De klimmen zijn echter zo steil dat we allebei van de fietsen moeten (zelfs een verzet van 28x32 is niet klein genoeg). Ook lopend komen me nauwelijks vooruit. Uiteindelijk komen we toch weer aan de kust terecht, voortaan maar de doorgaande weg volgen.

Eenmaal Seaview voorbij draaien we terug van de kust af, we moeten wel, om de Van Stadens riviermond over te komen. We fietsen langs hoge duinen waar we tussen de struiken en bomen een kampeerterrein zien. Zullen we al stoppen, na zo'n 55 kilometer? Nee, we besluiten door te fietsen, aangemoedigd door de bevolking die we onderweg tegenkomen. Het landschap verandert en wordt groener, de heuvels bestaan nu meer uit rotsen. De binnendoorweg die er zou moeten zijn kunnen we niet vinden, we rijden zo'n 25 kilometer om.

Onderweg fietsen we de Van Stadenpas door waar we mooie uitzichten op de rivier en de brug krijgen. Annemiek blijkt na inmiddels 92 kilometer erg moe en mede door het omrijden zullen we Jefreysbaai niet meer voor het donker kunnen halen.
We rijden Thornhill binnen, een klein gehuchtje maar met een heus hotel. Op de stoep (veranda) zit een aantal mensen wat te drinken en te kletsen, het blijken de eigenaars en hun familie te zijn. Ze zijn verbaasd als ze horen hoe ver we vandaag al gefietst hebben en dat we van plan waren om vandaag naar Jeffreysbaai te rijden. Johan, de eigenaar van het Thornhill Hotel, vertelt dat we kunnen blijven slapen en dat hij ons ook best even naar Jeffreysbaai wil brengen, aan ons de keuze. We besluiten dat we toch liever verder willen. Meteen begint het hele gezin met vijf kinderen, een bestelbusje leeg te halen zodat onze fietsen erin kunnen passen.

Na een rondrit door Jeffreysbaai, met Johan als gids, drinken we met z'n allen nog een kopje koffie in het vakantiehuis dat ze daar hebben. Uit ons gesprek met Johan blijkt dat de familie ongerust was over de toekomst. Nelson Mandela was net vrijgelaten en verkiezingen zijn op komst. Blanken zijn bang voor wraak en onteigening van hun bezittingen zoals bijvoorbeeld in Zimbabwe gebeurd is.

Na de koffie krijgen we het aanbod om in hun vakantiehuis te blijven. We voelen ons een beetje bezwaard en besluiten toch maar liever naar het kampeerterrein te gaan.

In het schemerdonker komen we aan en met behulp van de zaklamp zetten we de tent op. De zaklamp besluit er weer mee op te houden terwijl er nu toch 'merk'-batterijen in zitten, misschien werken ze alleen maar lang als ze in een konijn zitten. We denken echter dat het aan de zaklamp ligt en besluiten hem te schenken aan de prullenbak.
We braaien in het donker.

maandag 18 oktober 1993

Jeffreysbaai



Vandaag blijven we in Jeffreysbaai, bekend om haar schelpenstrand en haar branders.
's Ochtends lopen we door het dorp waar we een Wimpy's vinden voor een lekker Engels ontbijt. Daarna luieren we wat aan het strand en sturen Zuid-Afrikaanse verjaardagskaarten. Het is een erg rustig dorp waar eigenlijk buiten het strand weinig te beleven valt.

De sfeer in het dorp is zelfs onprettig. Het blijkt een dorp waar veel gepensioneerde Jo'burgers komen wonen. De zwarte bevolking wordt hier duidelijk als ondergeschikten behandeld, zoals we in het oosten al eerder merkten.

Als we 's avonds gaan eten blijkt de wind flink aangewakkerd en de braai van onze hamburgers kost veel moeite. In het donker smullen we van onze maaltijd en gaan dan weer vroeg naar bed, want ja wat kun je anders doen zonder licht.

dinsdag 19 oktober 1993

Melkkoeien bij Oudebosch



We verlaten Jeffreysbaai in de bewolking en de mist, met een kletsnat ingepakte tent. Nadat we de klim vanaf de kust achter de rug hebben, rijden we door een vlak gebied met hier en daar een boerderij. We volgen de R102 die zo'n beetje parallel loopt aan de N2, wat hier de grote weg is, waardoor we lekker rustig kunnen fietsen.

Hoe verder we van Jeffreysbaai vandaan komen hoe vriendelijker de mensen. In Humansdorp maakten we weer praatjes onderweg en worden weer volop gegroet. Onderweg trekt de lucht open terwijl het landschap al meer geaccidenteerd wordt. Heuvels en riviertjes wisselen elkaar af. In de verte zien we de Outeniekwa bergen met wolken op hun toppen. Al blijven we parallel aan de bergen fietsen, toch moeten we af en toe wat klimmen.
Rond vijf uur in de middag komen we een eerste winkel tegen, we kopen wat te drinken. In deze winkel bleek alles te koop (of te bestellen) wat je maar kan bedenken, het blijkt een echte Winkel van Sinkel te zijn. Op de kaart blijkt dat Stormrivier nu nog zo'n 45 kilometer fietsen is, te ver om nog met daglicht aan te komen.

In de winkel vragen aan de winkeljuffrouw of ze een plek weet om de tent op te zetten, of we misschien bij de boer hier terecht zouden kunnen. Ze denkt van wel. We besluiten er naar toe te gaan, het is een gigantische boerenhoeve, met een deurbel. Helaas lijkt er niemand thuis. Als we willen gaan kijken in de melkerij verderop komen net Derek, de voorman, en Tracey, z'n vrouw aangereden. Als we vertellen dat we op zoek zijn naar een slaapplek, worden we uitgenodigd om bij hen te blijven.
Na het eten ga ik samen met Derek op pad en krijg een rondleiding door de stallen waar de koeien worden gemolken (en geïnsemineerd). Later gaan we naar het veld waar het hooi net opgerold is, in plastic zodat het gaat gisten.
Diezelfde avond begint het te regenen.